Zijn er verschillende vormen van epilepsie?

Er is niet ‘EEN’ of ‘DE’ Epilepsie, maar er zijn verschillende epilepsieën.
Elke epilepsievorm heeft zijn eigen kenmerken naargelang zijn oorzaak, door zijn uitingsvorm of type aanvallen, de frequentie en intensiteit ervan, de leeftijd waarop de aanvallen begonnen, de gevoeligheid voor behandeling, de evolutie van de aanvallen...

Men heeft de verschillende soorten aanvallen van epilepsie geclassificeerd volgens hun verschijningsvorm (vaak wordt hun kenmerkend EEG-beeld ook vernoemd)

SOORTEN AANVALLEN

1. GEGENERALISEERDE AANVALLEN
hebben steeds als kenmerk een plotse ontlading waarbij beide hersenhelften betrokken zijn, dit gaat gepaard met plots bewustzijnsverlies, kramptoestand, tonusverlies, schokkende bewegingen

  • de tonisch-clonische aanvallen (grand-mal) : de persoon valt tijdens de tonische fase verstijfd neer, de spieren spannen zich op, de ademhaling stokt door de kramptoestand van de borstkasspieren (± 20-30 seconden), en gaat langzaam over in de clonische fase die gekenmerkt wordt door ritmische schokkende bewegingen, vooral van armen en benen. De ademhaling komt terug, stotend, met overvloedige speekselproductie. Door een eventuele tongbeet kan dit speeksel bloederig zijn. Urineverlies kan ook optreden. Deze fase duurt doorgaans enkele minuten en wordt gevolgd door een soort relaxatie. De persoon voelt zich moe en uitgeput en wil meestal slapen.
  • de absences zijn gekenmerkt door een zonder waarschuwing plots optredende bewustzijnsdaling waarbij de persoon abrupt stopt met zijn bezigheden, dit meestal niet langer dan 30 seconden.Bijkomende verschijnselen kunnen zijn: het wegdraaien van de ogen, schokjes in het gezicht of automatismen (zoals doelloze handelingen). Het bewustzijn keert plots en volledig terug en de persoon gaat gewoon door met zijn werkzaamheden zonder vaak te weten dat er een aanval was. De term 'petit-mal' gebruikt men voor de typische absences, zonder bijkomende verschijnselen als automatismen.
  • de myoclonische aanvallen geven korte trekkingen in spiergroepen of geïsoleerde spieren. Deze spierschokken kunnen eenmalig zijn of in series voorkomen, en soms zo hevig zijn dat de persoon daarbij valt of voorwerpen die hij in de hand hield door de schok in de lucht gooit. Deze aanvallen komen vaak voor in de periode kort na het ontwaken of direct na het in slaap vallen.
  • de tonische aanvallen manifesteren zich door een verstijving van de ledematen in een verwrongen houding, waarbij de persoon niet steeds valt. Meestal draait hij hierbij om zijn as door een omslaande krampbeweging van hoofd en romp. Het herstel is sneller dan bij de tonisch-clonische aanval.
  • clonische aanvallen lijken goed op tonisch-clonische aanvallen doch de stijfkramp ontbreekt. Ze treden vaak op in series en de schokken nemen langzaam in frequentie af. Het herstel is meestal snel.
  • atonische aanvallen zijn gekenmerkt door een plotse spierslapte (tonusverlies) waardoor de persoon op de grond valt. Soms kan enkel het hoofd plots voorover slaan door verlies van tonus in de nek en armspieren.

2. PARTIELE of FOCALE AANVALLEN  ontstaan in een deel van de hersenen of in één hersenhelft.

  • de enkelvoudige partiële aanvallen zijn gekenmerkt door storingen in één enkel deel van de hersenen, waarbij het bewustzijn vaak blijft (zeker in het begin). De persoon weet dus zelf dat hij op dat moment een aanval heeft, maar dit wordt niet altijd door de omgeving waargenomen. Afhankelijk van de plaats waar de focus (epileptische haard) zich in de hersenschors bevindt, spreekt men van partiële aanvallen met motorische (i.v.m. bewegingen), sensibele (vreemde gevoelens), sensorische (zintuiglijke waarnemingen), autonome (i.v.m. onwillekeurige lichaamsfuncties) en psychische (i.v.m. psychische functies zoals stemming, de herinnering, het denken...) verschijnselen.
  • de complex partiële aanvallen: deze aanvallen hebben een samengesteld verloop en er komen vaak verschillende verschijnselen voor. Hierbij is het bewustzijn gestoord. De persoon heeft een starende blik, ziet bleek, en vertoont automatismen zoals wrijven, friemelen, doelloos rondlopen, slik- en smakbewegingen met de mond. De aanval begint meestal met een aura waarbij de persoon soms een eigenaardig gevoel krijgt in de maagstreek of buik, ofwel een eigenaardige geur- of smaaksensatie heeft... Na de aanval is de persoon nog enige tijd verward en kan zich vaak niets herinneren van de aanval, of enkel dat hij met iets bezig was. Bij dit soort aanvallen is de storing meestal gelegen in de temporale kwab (slaapkwab) van de hersenen en noemt met ze ook wel psychomotore aanvallen.
  • Partiële aanvallen kunnen zich ontwikkelen tot secundair veralgemeende aanvallen, met bewustzijnsverlies en spiertrekkingen.

3. De STATUS EPILEPTICUS kan bij alle aanvalsvormen voorkomen.

Het is een toestand van herhaalde aanvallen zonder dat er van herstel van bewustzijn tussen twee aanvallen sprake is. Medisch ingrijpen is hier geboden.
Bij een status van clonisch-tonische aanvallen is spoedopname in een ziekenhuis soms nodig.